“Loekasjenko zal nooit meer democratie toestaan”

Drie dagen telt het bezoek van vice-voorzitter Nicolai Kanakh en internationaal secretaris Oleg Podolinski van de onafhankelijke Wit-Russische vakbondsfederatie BKDP. Ze zijn hier in het kader van het herdenkingsbijeenkomst rondom vier verdwenen Wit-Russische opposanten van het regime. En geven hun visie op de actuele vakbondsontwikkelingen in Wit-Rusland.

Bron: www.vakbondsrechten.nl

Wit-Rusland telt twee vakbondsfederaties. De ene is staatsgestuurd en favoriet van president Loekasjenko, die als laatste dictator van Europa door het leven gaat. Maar liefst vier miljoen leden telt die federatie. De andere heet BKDP, het Wit-Russische Congres van Democratische Vakbonden, waarmee FNV Mondiaal sinds 2005 banden heeft. Het BKDP heeft drie bonden onder haar hoede: de Belarusian Independant Union (BNP), die werknemers in de olie- en chemie-industrie verenigt. De Belarusian Free Trade Union (SPB) geldt voor verschillende sectoren en dan is er nog de Free Metalworkers’ Union (SPM). In totaal telt BKDP ruim negenduizend leden. 

Eigenlijk zouden we moeten schrijven: negenduizend dappere leden, want gemakkelijk is het nog steeds niet voor hen. “We zijn niet vrij om te doen wat we willen”, verwoordt Nicolai Kanakh via zijn gelegenheidstolk Oleg Podolinski. “In bedrijven voelen we nog steeds de druk van managers en lokale overheid. Zij hebben van de regering de opdracht gekregen ons het werk moeilijk te maken. In elk bedrijf heeft Loekasjenko een ideologische afdeling, die onafhankelijke vakbonden bestrijdt.”

EU-handelspreferenties
Loekasjenko is al sinds 1994 aan de macht. De repressie tegenover andersdenkende burgers is in al die jaren steeds toegenomen. De EU heeft – onder meer onder invloed van een ILO-rapport over de schrijnende vakbondsrechtensituatie – de handelspreferenties voor Wit-Rusland afgeschaft. Dit is mede tot stand gekomen dankzij jarenlange lobby van de IVV en de onafhankelijke vakbonden in Wit-Rusland.
Iets dat het regime wel moet voelen, gezien het feit dat Wit-Rusland in Europa nogal wat handelspartners heeft. “De Wit-Russische regering wil graag de handelpreferenties terug”, licht Kanakh toe. “Daarom zoeken ze toch wat toenadering met ons. De herinvoering van de handelpreferenties van de EU betekent eerherstel en een beter imago, waardoor investeerders ons land weer interessant gaan vinden. Die toenadering is slechts een schone schijn. In werkelijkheid blijft het regime strijd voeren tegen onafhankelijke bonden.”

Een van de beslissingen die sinds kort is genomen in het kader van die ‘toenadering’ is dat BKDP weer mee mag doen in het tripartiete overleg. Voor het werknemersdeel hebben ze slechts één zetel, maar daar kan de federatie ten minste haar kritiek spuien. Verder is er een conceptwet ingetrokken. “Loekasjenko wilde dat nieuwe onafhankelijke vakbonden zich alleen nog konden laten registreren als ze zevenduizend leden hadden”, vertelt Kanakh. “Nu ligt de grens bij vijfhonderd leden. De ILO was niet blij met het wetsvoorstel en dat is dan ook nu ingetrokken.”

Obstakels in het vakbondswerk
Wil je een onafhankelijke vakbond oprichten, dan stuit je in Wit-Rusland op verschillende problemen. Je moet je laten registreren en je moet een adres opgeven. Dat adres moet altijd van een bedrijf zijn, maar bedrijven werken vaak niet mee. “Heb je toch een adres, dan vragen ze bij het registratiekantoor om een lijst van leden, liefst met namen en adressen. Maar dat is gevaarlijk, want dat kunnen ze gebruiken om leden onder druk te zetten. Dat doen we dus niet en dat hoeft ook niet volgens de wet.”

Een ander obstakel is het contractsysteem waaraan het Wit-Russische bedrijfsleven onderworpen is. Loekasjenko bracht dit twee jaar geleden uit als decreet, dat geldt voor 99 procent van de werknemers. Kanakh: “De duur van de contracten lopen uiteen van één tot vijf jaar, maar gelden meestal voor een jaar. Na afloop is de werkgever niet verplicht om het contract te verlengen. Loekasjenko hoopt daarmee meer discipline in de werknemer te krijgen en de macht van de onafhankelijke vakbonden te breken. Gevolg is dat velen zich niet durven te organiseren in onafhankelijke vakbonden.”

Het feit dat er geen vrijheid van meningsuiting heerst, werkt ook belemmerend. Voor elke actie moet toestemming gevraagd worden, zelfs voor een kleine picket line. “Zaalverhuurbedrijven hebben instructies om ons niet toe te laten”, vertelt Kanakh. “Op 8 maart zouden we een seminar houden over vrouwenemancipatie in de vakbeweging. We organiseerden dit in een hotel in Minsk, vlakbij het presidentiële paleis. ’s Morgens kwamen vele vakbondsactivisten uit allerlei windstreken naar Minsk. Bij aankomst liet de KGB weten dat het niet door kon gaan. Er zou iets mis zijn met de brandveiligheid. Daar waren we overigens op berekend. We zijn met z’n allen uitgeweken naar ons hoofdkantoor. Daar was het wat krap voor zoveel mensen, maar we hebben het seminar wel gehouden.”

Contacten met Europa
In november vindt er weer een rondetafelgesprek plaats tussen de regering en de ILO. Dan wordt de vakbondssituatie in Wit-Rusland opnieuw bekeken. De BKDP’ers verwachten weinig van de uitkomst. “De essentie van deze regering en haar wetten is juist dat ze niet veranderen”, stelt Kanakh. “Ook al zou Loekasjenko ons een plek geven aan die tafel, dan nog zou het niks betekenen. Veranderingen richting meer democratie zouden het einde van de regering-Loekasjenko inluiden. Hij heeft te veel belangen bij het in standhouden van dit beleid. Hij zou nooit meer democratie toestaan.”

De onafhankelijke federatie heeft veel contacten met bonden in Europa. De FNV is wel de belangrijkste. Ze voeren uitwisselingsprogramma’s op het gebied van kaderopleidingen, leiderschapscursussen en genderseminars. Kanakh: “Die uitwisselingen zijn heel nuttig. FNV Bondgenoten geeft bijvoorbeeld een cursus over veiligheid aan leden die in de chemische industrie werken. Daar steken ze veel van op. Ze koppelen dat terug naar hun bedrijf en kunnen zodoende concreet eisen stellen. Zo’n seminar levert daarmee een bijdrage aan veranderingen.”

Door Astrid van Unen