Bijzondere herdenking 16 september 2020

De ontwikkelingen in Belarus gaven de herdenking dit jaar een bijzondere lading. Aan de éne kant de hoop op verandering dankzij de protesten in de straten van Minsk en andere Belarussische steden. Aan de andere kant geweld door het apparaat van Loekasenka met opnieuw verdwijningen en moorden. Het was ook te merken aan de deelnemers aan de herdenking: veel bekende gezichten, maar een grote groep Belarussische expats die zich nu ook in Nederland durven uit te spreken.

Arjen van Halem opende de herdenking met een kort welkom. “Mijn hart gloeit en bloedt tegelijk. Maar mijn hoop is terug”.

Leo Mesman, die in 2008 het oergedicht “vier bomen voor wit-rusland” schreef, droeg een nieuw gedicht voor, een gedicht dat verleden en heden met elkaar verbindt.

DROOMBOMEN

Voor wie verdwenen vier bomen
Om hun dromen te bewaren

Niet onder kruizen of stenen
Maar in het ruisen van bladeren.

De levenden die zich hier vergaren
Om de vermisten te bewenen

Zoeken troost bij deze bomen
En de gefluisterde dromen.

Valeriya Krasovskaya verwoordde de pijn die ze nog elke dag voelt na de verdwijning van haar vader, Anatoly Krasovsky. Het lied “Vleugelslag” dat Wendy Lina en Fried Manders speciaal voor de herdenking maakten verbeeldde dit gevoel op een manier die niemand onberoerd lied.
Renate Richters (gemeente Eindhoven), Huub de Rouw (FNV) en Christie Miedema (Amnesty International) toonden hun betrokkenheid bij de nabestaanden en de demonstranten en stakers in Belarus nu.
Mary-Ann Schreurs, die als wethouder vele malen bij de herdenking sprak, zocht naar een manier waarop de stad Eindhoven solidariteit met de burgers van Minsk vorm kan geven.
Wendy Lina en Fried Manders besloten de herdenking met het Lied van de Vogels, een volksliedje uit Catalonië waarin elke vogel op een eigen manier de vrijheid bezingt.

Voor een goede impressie zie het verslag dat Studio 040 maakte. De NRC publiceerde op 18 september 2020 een interview met Valeriya Krasovskaya. Verdere nieuwsartikelen over de herdenking verschenen op Eindhovens Dagblad, Studio 040, en Charter 97.